17 dingen die ie-de-reen herkent bij het spelen van 30 Seconds
Sinds we in quarantaine zitten spelen we meer spelletjes dan ooit. En dat is op zich goed nieuws, maar bij 30 Seconds kan het er nog wel eens heftig aan toe gaan. Is 30 Seconds ook het favoriete spel van jou en je vrienden? Dan weet je hoe dit je vriendschap kan maken én breken.
Het is namelijk niet altijd makkelijk om met de druk van het spel om te gaan. De volgende dingen zijn vast heel herkenbaar.
1. Je gooit 2
Fijn, een goed begin is het halve werk en dat gaat hier al mis. Daarnaast word je erop aangekeken door al jouw vrienden. En dat terwijl je nog zo zei niet te willen gooien. Maar oké, kin omhoog en doorgaan.
2. Jouw beste vriendin is niet zo op de hoogte van wat er speelt in de wereld
Ze is een schat, maar van heel veel begrippen op de kaartjes heeft ze nog nooit gehoord. En dat maakt het allemaal toch een tandje moeilijker als jij daar een team mee vormt. Sorry girl.
3. Het andere team bestaat uit mannen
Op een of andere manier is het altijd ‘de mannen tegen de vrouwen’. De mannen hebben vaak geluk, omdat ze goed gokken als ze maar wat roepen. Tja, mannen zijn nu eenmaal beter in bluffen. Maar dat geeft niet, want wij vrouwen weten gewoon heel veel, dus gokken is niet nodig. Toch?
4. Iedere keer dat je het speelt zijn de regels anders
Hoe komt het toch dat iedereen andere regels heeft? Jouw 2 is niet dezelfde als die van het andere team. Denk je vooruit te kunnen mag dit alsnog niet.. Super vervelend.
5. Gunfactor
In het begin doet de andere partij (bijvoorbeeld het mannenteam) cool. Ze zijn nog een beetje vrijgevig wanneer het aankomt op raden binnen de tijd. Helaas worden het later op de avond bitches en gunnen ze ons niks meer.
6. Je gooit alweer 2
En je wordt er alweer op aangekeken. ‘Laat mij niet gooien’, je zei het nog zo. Leuk al die geïrriteerde blikken, alsof jij er iets aan kan doen.
7. Zandloper draaien
Het andere team draait zo snel, nog voordat jullie klaar zijn. ‘Heehee, draai die zandloper terug, wij zijn nog niet begonnen.’ Ze draaien gewoon expres zo snel.
8. Maar ken je hem / dat dan niet?!
Nee, ik ben niet dom. Althans: dat wil je allesbehalve zijn. Het kan dat je niet altijd het antwoord weet. Je bent immers geen Einstein.
9. Hij of zij is echt slim
Wow, zij zijn echt intelligent, het andere team weet namelijk alles te raden binnen de tijd. Tja, dat gebeurt ons nou nooit.
10. Schiet OP
Niks zo vervelend als die trage teamgenoot. Come on, zonder tempo winnen we nooit.
11. Ga VERDER
‘Ik weet het niet, dus ga doooor!’ En toch blijft jouw teamgenoot steken bij dat ene woord. Hoe duidelijk je ook nee schudt en zegt, doorgaan doet zij niet.
12. Kaartjesbakje
Waar moeten die kaartjes in? Weet jij het? Iedereen zegt namelijk iets anders. Moet het nu bij ‘in’ er in? Of betekent ‘in’ in het spel? Heel verwarrend.
13. JAJAJA
Ik weet het en iedereen moet het weten (inclusief de buren met baby).
14. Beschuldigingen her en der
Wij zijn gewoon beter, punt uit. ‘Jullie kunnen niet tegen je verlies en gaan nu nare dingen zeggen omdat jullie slechte verliezers zijn.’ Kinderachtig hoor.
15. Nek aan nek race
Comeeee on, dit moeten we winnen. We zijn er bijna. Comee on, het zou zo leuk zijn als we winnen. Please, gun het ons.
16. Verloren..
Wat een rot spel en wat een domme vragen, niet iets waar wij iets aan kunnen doen.
17. GEWONNEN
WE ROCK, wij zijn zo slim – zo snel en perfect in 30 Seconds. Kijk ons eens goed zijn.