De Spaarrekening van Bram (36): ‘We hebben 170.000 euro spaargeld’
Hoeveel geld staat er op je spaarrekening? Dat vragen we iedere week aan een andere Nederlander. Want hoewel we steeds meer praten over geld, hebben we het nooit over hoeveel we precies verdienen en sparen. Deze week: de 36-jarige Bram, die als eigenaar van zes bedrijven het gevoel heeft al 13 jaar vakantie te hebben.
Beroep: ondernemer, eigenaar van zes bedrijven in de transportindustrie
Inkomen: 9000 euro bruto per maand, winst uit bedrijven in 2023 tussen de 400.000 en 500.000 euro
Woonsituatie: vrijstaande koopwoning met vrouw en drie kinderen.
De Spaarrekening van Bram
In 2011 is Bram begonnen met ondernemen. Al van jongs af aan onderhandelde hij in computeronderdelen, scooters en auto-onderdelen. Eerst als hobby, later professioneel. Inmiddels is hij 13 jaar verder, eigenaar van 6 verschillende bedrijven en in 2023 draaide hij tussen de 4 en 5 ton winst.
„Ik ben in het diepe gesprongen en vanaf dag één is het leven als ondernemer een rijdende trein. Ik zou nooit meer anders willen. Ik werk altijd, maar toch voelt het alsof ik al 13 jaar vakantie heb.” Dit jaar gaat hij voor het eerst sinds de start van zijn onderneming voor twee weken met zijn gezin op vakantie.
Mijn vrouw gaat graag met de kinderen op vakantie, maar ik vind mezelf onmisbaar in de bedrijven. Ik houd graag zelf de controle. Het liefst zou ik met de kinderen naar het buitenland gaan, maar dat is me toch wat te ver. Nu gaan we twee weken in Nederland kamperen. Toevallig heb ik vanmorgen de caravan opgehaald. Dan gaan we eens kijken of ik het ook los kan laten.”
Hoeveel staat er op je spaarrekening?
„170.000 euro. Dat is onze gezamenlijke spaarrekening. Daarnaast hebben we meerdere rekeningen. Mijn vrouw heeft een eigen rekening voor de boodschappen. Ik heb een eigen rekening voor mijn eigen vaste lasten van de auto en de wegenbelasting, bijvoorbeeld. Daarnaast hebben we een gezamenlijke rekening voor de vaste lasten.”
Hoeveel geld storten jullie maandelijks op de spaarrekening?
„Niet gek veel. We verhuren drie woningen, netto komt daar maandelijks 3500 euro voor binnen en dan hebben we nog garageboxen in de verhuur, daar houden we 500 euro aan over. Die 4000 euro gaat direct naar de spaarrekening.
Daarnaast sparen we de kinderbijslag direct op een eigen spaarrekeningen voor de kinderen en hebben zij allemaal sinds de geboorte een beleggingsrekening.”
Wat vind je van jullie financiële situatie?
„Daar heb ik één woord voor en dat is bevoorrecht. Soms hoor je natuurlijk wel; mensen die veel verdienen, dat zijn graaiers en huisjesmelkers. Tegelijkertijd gaat ongeveer 40 procent van wat we verdienen naar de belasting. Ik voel me bevoorrecht, maar soms hebben mensen misschien wel een te rooskleurig beeld van mensen die veel geld verdienen. Ik heb niets te klagen, begrijp me niet verkeerd. Maar we verdienen veel en betalen ook veel.
Soms hoor je ook wel dat Nederland een belastingparadijs is, maar ik vind de belastingdruk vrij hoog. Maar goed, de maatschappij moet ook betaald worden en daar draag ik graag mijn steentje aan bij. Ik vind het ook wel belangrijk om af en toe wat aan liefdadigheid te doen. Zo hebben we 25 gezinnen hier in de buurt een jaarabonnement op een grote speeltuin cadeau gedaan en ik geef vaak spullen weg, zoals computers die we dan over hebben uit het bedrijf.”
In wat voor financiële situatie ben je opgegroeid?
„Ik kom zelf uit een heel gemiddeld gezin met een modaal inkomen. Mijn ouders werkten allebei, het was geen vetpot, maar er was ook geen armoede.”
Hoe voed jij je eigen kinderen financieel op?
„Dat vind ik lastig. Er kan veel, maar ik wil niet dat ze denken dat alles aan komt waaien. Dat weten ze ook wel, want soms krijg ik ook wel veel klachten dat ik veel weg ben, of te veel werk. We hebben een goed leven en daar moet je moeite voor doen.
Het allerliefste zou ik willen dat mijn kinderen nooit hoeven werken en alleen maar leuke dingen kunnen doen, maar zo werkt het leven niet. De oudste is nu 11 jaar en ik probeer hem wat dingen in het bedrijf te laten zien en hem lessen bij te brengen, dat werkt niet altijd, want soms gamen kinderen liever”, lacht Bram.
”We hebben hier thuis een game-bioscoop in de kelder. Daar staan twee PlayStations en een groot scherm. Soms als er dan vriendjes over de vloer komen, hoor ik natuurlijk wel reacties dat zij dat ook zouden willen hebben. Dan schaam ik me soms. Mijn kinderen zijn bevoorrecht en natuurlijk zeg ik weleens nee, maar ook vaak genoeg ja. Heel veel kinderen hebben die dingen allemaal niet.
We gingen laatst naar een kartcentrum in de buurt met de kinderen, allemaal een vriendje mee. Wij nodigen andere kinderen uit, dus dan betalen wij ook. De moeder van één van de kinderen vond dat dat een beetje gênant. Voor ons is dat normaal, we delen graag en geven graag. Daarvoor verwachten we ook niets terug. Maar de tegenpartij denkt dan misschien, ‘ik probeer mijn kinderen bij te brengen dat het niet allemaal vanzelf gaat, en dan doen jullie dit’.”
Waar geef je meer geld aan uit, dan je eigenlijk zou willen?
„Uiteten gaan. Vaak gaan we één keer in de week met het gezin uiteten, dan geven we zo’n 150 tot 200 euro uit. Soms gaan mijn vrouw en ik luxe uiteten naar een sterrenrestaurant, dat is een soort hobby. Soms loop je voor 700 euro weg en dan denk ik soms ook; was dit het waard? Maar we vinden dat leuk om te proberen en hobby’s mogen geld kosten.”
Zou je iets aan je financiële situatie willen veranderen?
„Ik zou sneller tevreden willen zijn. Ik wil altijd beter, heb oneindig veel ideeën voor ondernemingen en ik wil altijd harder werken. Daar heb ik ook plezier in en ik doe het uiteindelijk allemaal voor de kinderen, maar soms wil ik ook wat meer tijd met hen besteden. Als vader heb je natuurlijk ook een morele taak. Ik vind het wel pijnlijk als de kinderen zeggen dat ik te hard of te veel werk.
Uiteindelijk wil ik dat zij goed terecht komen en zich nooit druk hoeven maken, dat gun ik mijn kinderen.”
Wat is je beste financiële tip?
„Cliché, maar hard work pays off en neem niets voor lief. Je moet overal moeite voor doen. Ik kijk graag naar het programma Steenrijk, Straatarm en dan kijken de kinderen ook vaak mee. Ik vind het goed dat zij zien hoe het ook kan gaan.
Tegelijkertijd zie ik dan soms gezinnen met die zielige verhalen, vader afgekeurd, een arm die het niet doet. Soms denk ik dan ook: sjonge, jonge, jonge. Je kunt wel achterover leunen, wachten tot de overheid het oplost en ondertussen schelden op de overheid, maar zo werkt het niet. Je moet er zelf iets van maken, zelf voor werken. Het leven is een feest, maar je moet zelf de slingers ophangen.”