De Spaarrekening van Stefan (22): ‘Ik heb 81.500 euro gespaard’
Hoeveel geld staat er op je spaarrekening? Dat vragen we iedere week aan een andere Nederlander. Want hoewel we steeds meer praten over geld, hebben we het nooit over hoeveel we precies verdienen en sparen. Deze week: de 22-jarige Stefan, die niet terugdeinst voor een werkweek van 70 uur.
Beroep: loodgieter
Netto inkomen: 2400 euro voor 40 uur, overuren extra uitbetaald
Woonsituatie: thuiswonend bij ouders
De Spaarrekening van Stefan
Wat staat er op je spaarrekening?
„Nu 81.500 euro op de spaarrekening, 16.000 euro op de beleggingsrekening, nog 7000 euro in crypto en dan nog zo’n 5000 euro cash.” Een totaalbedrag van 109.500 euro.
Wat vind je van die bedragen?
„Ik vind dit heel netjes. Dat is ook de reden dat ik mijn verhaal wil delen. Ik ben opgegroeid in een gezin met hardwerkende ouders en ik werk zelf ook hard. Dat is wat ik wil laten zien: met hard werken kom je er ook. Iedereen wil zo veel mogelijk verdienen, maar niet iedereen wil daar hard voor werken.
Als je iets wilt bereiken, moet je daar voor gaan. Er wordt nu heel veel gezegd over de huizenprijzen die door het dak gaan. Als je dan toch een huis wilt kopen, dan moet je daar voor werken. Zo zie ik het.”
Hoe heb je dit bedrag bij elkaar gespaard?
„Door heel veel te werken. Ik werk meestal tussen de 60 en 70 uur in de week. Mijn vaste maansalaris is 2400 euro netto voor 40 uur, die ik in vaste loondienst werk. Daarnaast krijg ik alle overuren ook uitbetaald. Vaak komt er daardoor nog een kleine 2000 euro bovenop.
Mijn vaste maandsalaris spaar ik altijd, van de rest wat er binnenkomt leef ik. Daarnaast verdien ik nog wat aan mijn aandelen omdat ik dividend uitgekeerd krijg. Inmiddels zijn de rentes ook gestegen, dus daardoor komt er ook nog wat extra binnen.”
Hoe lang doe je dit werk al?
„Twee jaar geleden ben ik begonnen als loodgieter. Ik studeerde toen nog commerciële economie op het hbo. Dat ging me goed af, gemiddeld stond ik een acht. Maar ik wilde met mijn handen werken. Nu ga ik met zoveel plezier naar mijn werk elke dag. Daarom vind ik het ook niet erg om over te werken. Ik ben liever nog een avondje aan het werk, dan dat ik voor de tv hang.
En ja, als ik dan een keer een brakke ochtend moet werken, ben ik daar na een half uur weer overheen. Toen ik nog de hele dag achter de computer zat was dat wel anders. Dat kostte energie, hier krijg ik energie van.”
Hoe ziet je uitgavepatroon eruit?
„Mijn auto en telefoon zijn eigenlijk de enige vaste lasten die ik maandelijks heb. Thuis hoef ik niets te betalen, dat is niet mijn keuze, maar van ons pap en mam hoeft dat niet. Zij hebben ook hard voor hun geld gewerkt en vinden het fijn om mij goed uit huis te laten gaan. En ik begrijp ook dat dat niet overal het geval is.”
Voorlopig heb ik geen plannen om uit huis te gaan. Op den duur zal ik wel kijken wat er binnen de mogelijkheden ligt. Maar als ik zie wat het sparen bij een buitenlandse bank nu oplevert qua rentes, is me dat een stuk meer waard. Met de huidige hypotheekrente is een eigen woning haast niet interessant.
En huren gaat er bij mij niet in. Je betaalt je scheel op de particuliere woningmarkt. Dan ben je vooral goed voor de huurbaas. En de sociale woningmarkt kom je niet tussen. Huren is geen optie.”
Zijn er dingen waar je meer geld aan uitgeeft, dan je eigenlijk zou willen?
„Mijn auto is relatief goedkoop, maar alsnog wel een grote kostenpost. Daar betaal ik toch zo 300 à 400 euro per maand voor: de verzekering, een paar keer tanken en dan ben je zo bij dat bedrag. De auto zelf heeft me een paar duizend euro gekost.”
Zou je iets aan je financiële situatie willen veranderen?
„Zelf ben ik hartstikke tevreden. Nu ben ik jong. Ik kan hard werken, veel sparen en alles wat ik nu spaar, hoef ik later niet te doen. Soms zijn de nachten kort, maar aan 5 uur per nacht heb ik echt genoeg.”
Wat is je beste financiële tip voor anderen?
„Als je iets wilt, moet je daarvoor werken. En daarnaast: ga nooit, nooit, nooit een schuld aan. Ik zie jonge mensen van mijn leeftijd leasecontracten aangaan en schulden maken. Doe dat niet, zou ik zeggen.
En doe iets waar je energie van krijgt. Heb je dat niet? Dan moet je iets anders zoeken. Dan is werken nooit een straf.”